Schriftelijke proeftijd in de arbeidsovereenkomst voor Rotterdammers
De schriftelijke proeftijd vormt een belangrijke clausule in arbeidsovereenkomsten in Rotterdam, waar de dynamische arbeidsmarkt met sectoren als de haven en logistiek vraagt om flexibele startperiodes. Deze periode stelt werkgevers en werknemers in de Maasstad in staat om elkaar beter te leren kennen. Beide partijen kunnen de overeenkomst dan opzeggen met slechts een korte opzegtermijn, zonder de standaard ontslagprocedures te volgen. Dit artikel belicht de eisen, werking en gevolgen van de schriftelijke proeftijd, als aanvulling op ons basisartikel over Proeftijd in de arbeidsovereenkomst, met specifieke aandacht voor lokale Rotterdame context.
Wat houdt een schriftelijke proeftijd in voor Rotterdam?
In Rotterdam, waar veel banen in de haven en maritieme sector worden aangeboden, is de schriftelijke proeftijd een vastgelegde periode aan het begin van een arbeidsovereenkomst. Hierin kunnen werkgevers, zoals bij het Havenbedrijf Rotterdam, en werknemers elkaars fit beoordelen. Het doel is te controleren of de samenwerking goed loopt en de werknemer aan de eisen voldoet. Deze proeftijd moet schriftelijk in het contract staan; mondelinge akkoorden tellen niet mee. De maximale lengte bedraagt één maand voor tijdelijke banen korter dan twee jaar, en twee maanden voor vaste aanstellingen of langere tijdelijke contracten. Dit systeem zorgt voor flexibiliteit in de bruisende Rotterdamse economie, maar voorkomt ook oneerlijk gebruik.
In de praktijk in Rotterdam betekent dit dat geen ontslagvergunning vereist is en opzegging maar één dag van tevoren hoeft. Het past binnen het Nederlandse arbeidsrecht, dat een evenwicht zoekt tussen belangen van werkgevers in de regio en rechten van lokale werknemers.
Wettelijke grondslag van de schriftelijke proeftijd
De voorschriften voor de schriftelijke proeftijd staan in het Burgerlijk Wetboek (BW), Boek 7, Titel 10. Artikel 7:652 BW is cruciaal: "De arbeidsovereenkomst mag slechts voor een bepaalde tijd worden aangegaan voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd, met een proeftijd van hoogstens twee maanden." Voor kortere contracten, vaak gezien in Rotterdamse seizoenswerk, geldt een verkorte proeftijd volgens artikel 7:655 BW.
Essentieel is dat de proeftijd schriftelijk moet worden afgesproken (artikel 7:655 lid 3 BW). Zonder duidelijke notitie in het contract is de clausule ongeldig. Er mag maar één proeftijd per overeenkomst zijn; bij verlenging is een nieuwe alleen mogelijk bij een nieuw contract met een onderbreking van ten minste zes maanden (artikel 7:668a BW).
De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) van 2015 heeft deze regels strenger gemaakt om herhaalde proeftijdcontracten te vermijden, wat in Rotterdamse flexibele sectoren zoals logistiek kon leiden tot misbruik. Overtreding maakt de clausule nietig, zodat standaard opzegtermijnen en ontslagbescherming gelden. Voor advies kunnen Rotterdammers terecht bij het Juridisch Loket Rotterdam.
Praktijkvoorbeelden van schriftelijke proeftijd in Rotterdam
Neem een logistiek medewerker die een vast contract sluit bij een havenbedrijf in Rotterdam. Het contract bevat een schriftelijke proeftijd van twee maanden. Na vier weken blijkt dat de medewerker niet efficiënt met de havenapparatuur werkt. De werkgever kan dan met één dag opzegging de overeenkomst eindigen, zonder extra verplichtingen.
Een ander geval: een tijdelijk contract van negen maanden als kantoorassistent bij een Rotterdamse gemeente bevat een proeftijd van één maand. Als de werknemer na drie weken vindt dat de werkdruk in het stadhuis te intens is, kan zij opzeggen zonder nadelige gevolgen. Maar zonder schriftelijke vastlegging geldt de normale opzegtermijn van een maand, wat de werknemer verplicht om langer te blijven.
In de Rotterdamse horeca, met veel evenementen rond de haven, wordt vaak een proeftijd van één maand ingezet voor tijdelijke krachten. Dit helpt werkgevers snel te checken of iemand in het team past, terwijl werknemers kunnen stoppen als de shifts te zwaar zijn.
Rechten en verplichtingen tijdens de schriftelijke proeftijd
In Rotterdam hebben werkgevers en werknemers tijdens de proeftijd duidelijke rechten en plichten. De werkgever mag opzeggen zonder specifieke reden, maar moet dit schriftelijk communiceren en idealiter de motivering geven om geschillen te vermijden. Werknemers hebben recht op salaris tijdens deze periode, tenzij anders bepaald, en bouwen vakantiedagen en pensioenopbouw op.
Verplichtingen omvatten het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst: werknemers moeten hun taken naar behoren doen, en werkgevers een veilige werkplek bieden, zoals vereist in Rotterdamse bedrijven. Bij opzegging door de werkgever moet discriminatie worden uitgesloten; anders kan de werknemer naar de Rechtbank Rotterdam stappen (artikel 7:686 BW). Het Juridisch Loket Rotterdam biedt hier gratis eerste hulp.
- Recht op opzegging: Beide partijen kunnen met één dag waarschuwing opzeggen.
- Bescherming: Zwangere of zieke werknemers in Rotterdam genieten extra safeguards; opzegging tijdens ziekte mag niet (artikel 7:670 BW).
- Verplichting tot uitleg: Niet wettelijk voorgeschreven, maar aan te raden om procedures bij de Rechtbank Rotterdam te voorkomen.
Vergelijking proeftijd versus standaard opzegging
| Aspect | Proeftijd | Standaard periode |
|---|---|---|
| Opzegtermijn | 1 dag | 1 maand (werknemer), langer voor werkgever |
| Ontslagvergunning | Niet nodig | Wel nodig (UWV of Rechtbank Rotterdam) |
| Redelijke grond | Niet vereist | Wel vereist |
| Transitievergoeding | Niet van toepassing | Ja, bij ontslag na 2 jaar dienst |
Veelgestelde vragen over schriftelijke proeftijd in Rotterdam
Moet de proeftijd altijd schriftelijk zijn?
Ja, artikel 7:655 BW eist expliciete en schriftelijke vermelding in de arbeidsovereenkomst. Mondelinge of onderhands afspraken zijn ongeldig, waardoor reguliere regels gelden. Bij twijfel: raadpleeg het Juridisch Loket Rotterdam voor lokaal advies.