Terug naar Encyclopedie
Letselschade

Gederfd levensonderhoud uitgelegd voor Rotterdammers

Ontdek gederfd levensonderhoud voor Rotterdammers: claim financieel verlies na overlijden via Rechtbank Rotterdam. Advies bij Juridisch Loket. (118 karakters)

3 min leestijd

Gederfd levensonderhoud in Rotterdam

Gederfd levensonderhoud verwijst naar de financiële schade die nabestaanden in Rotterdam ondervinden doordat een dierbare door overlijden geen inkomen meer bijdraagt. Dit vormt een cruciaal onderdeel van overlijdensschade, naast kosten voor rouw en smartengeld. Nabestaanden kunnen dit verhalen bij de aansprakelijke partij, vaak via de Rechtbank Rotterdam.

Wanneer speelt gederfd levensonderhoud in Rotterdam?

In de Rotterdamse praktijk duikt gederfd levensonderhoud frequent op bij overlijdensschade door onrechtmatige daden, zoals ongelukken in het drukke havenverkeer, medische missers in lokale ziekenhuizen of arbeidsincidenten op de Maasvlakte. Het dekt het inkomensverlies dat de overledene bijdroeg aan het gezin. Niet alleen partners, maar ook kinderen of ouders komen in aanmerking als ze afhankelijk waren.

Voorbeeld: een kostwinner uit Rotterdam-Zuid komt om bij een botsing op de Erasmusbrug door schuld van een andere bestuurder. Nabestaanden kampen dan met hogere lasten voor huur in de stad, boodschappen en studies aan de Erasmus Universiteit. De vergoeding behoudt zoveel mogelijk hun levensstandaard.

Wettelijke basis

De vergoeding van gederfd levensonderhoud berust op artikel 6:107 BW, dat nabestaanden compenseert voor schade door overlijden. Dit volgt uit de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) en schadeprincipes (artikelen 6:95-6:101 BW).

De Hoge Raad stelde in zaken als ECLI:NL:HR:2000:AA4564 ('LTO-arresten') berekeningsnormen vast. Alleen concrete, voorspelbare verliezen tellen; gissingen niet. Voor burgers primeert het BW, anders dan de Wton voor specifieke groepen.

Wie in Rotterdam kan claimen?

De kring van rechthebbenden is beperkt:

  • Partner (getrouwd, geregistreerd of samenwonend);
  • Kinderen onder 21 of studerend tot 30 (bijv. aan Hogeschool Rotterdam);
  • Uitzonderlijk ouders bij bewezen afhankelijkheid.

De Rechtbank Rotterdam controleert op feiten zoals gedeelde woonlasten en bankbijschrijvingen. Samenlevers bewijzen dit met afschriften of verklaringen.

Berekening van gederfd levensonderhoud

De actuariële berekening is gedetailleerd: netto inkomen overledene min eigen inkomen nabestaande, maal levensduur en gecapitaliseerd met rente.

Standaard is de LTO-methode:

  1. Jaarlijks netto inkomensverlies.
  2. Huishoudfactor (bijv. 0,7 voor twee personen).
  3. Capitalisatie over werkjaren met 1,5-2% rente.
ElementBeschrijvingVoorbeeld
Jaarlijks inkomen overledeneNetto salaris€40.000
Inkomen nabestaandeAftrekbaar- €20.000
HuishoudfactorAandeel nabestaandex 0,7 = €14.000/jaar
Capitalisatie (20 jaar, 2%)Totale claim€238.000

Dit geeft voor een 40-jarige Rotterdamse havenarbeider een claim van €238.000. Lokale experts leveren precieze rapporten.

Rotterdamse praktijkvoorbeelden

Voorbeeld 1: Mevrouw De Vries (45) uit Feijenoord verliest haar man, vrachtwagenchauffeur (€60.000 bruto), in een havenongeval. Hun studerende kinderen (18/20) claimen deels. Na AOW-verrekening: €450.000.

Voorbeeld 2: Een moeder uit Charlois overlijdt door doktersfout. Dochter (16) krijgt €120.000 tot volwassenheid wegens bijdragen uit uitkering.

Verzekeraars onderhandelen; procedures bij Rechtbank Rotterdam duren 1-2 jaar.

Rechten en verplichtingen

Rechten:

  • Volledige dekking aantoonbare schade.
  • Voorlopige aanspraak (art. 6:140 BW).
  • Inflatie-aanpassing.

Plichten:

  • Afhankelijkheidsbewijs.
  • Verrekening uitkeringen (ANW Nibeg).
  • Samenwerking expertise.

Rotterdammers: start bij Juridisch Loket Rotterdam of Gemeente Rotterdam voor advies.

Veelgestelde vragen

Kan een Rotterdamse samenlever claimen?

Ja, met bewijs zoals gezamenlijke rekeningen. Rechtbank Rotterdam beslist.

Toekomstig inkomen?

Ja, realistisch: loonstijging, pensioen. Geen speculatie.

Levensverzekering?

Verrekend (art. 6:100 BW).

Claimtijd?

5 jaar na overlijden (art. 3:310 BW).