Wettelijke grondslagen van frauderegisters in letselschaderecht: Focus op Rotterdam
Juridische basis van frauderegisters bij letselschade in Rotterdam: AVG, fraudebestrijding en lokale Rechtbank-uitspraken. Ontdek regels voor opname en verweer tegen onrechtmatige verwerking in de havenstad.
AA
Arslan AdvocatenJuridische Redactie
2 min leestijd
In Rotterdam, de bruisende havenstad met een hoge dichtheid aan letselschadeclaims door verkeersongevallen en arbeidsincidenten in de logistiek, spelen frauderegisters een cruciale rol. Deze registers, zoals CIEL, berusten op wetsartikelen als de Wet op de bijzondere medische verrichtingen, de AVG (art. 6 en 9) en de Wet fraudebestrijding. De AVG eist een rechtsgrond voor verwerking, vaak het gerechtvaardigde belang van verzekeraars in de Rotterdamse regio. CIEL functioneert via convenanten tussen NVVK en lokale partijen, met strenge privacyvoorschriften. Opname in het register vereist een redelijk vermoeden van fraude, bijvoorbeeld inconsistenties in medische dossiers van het Erasmus MC of herhaalde claims na havenongelukken. Bewijs moet proportioneel zijn; puur vermoeden is onvoldoende. De Rechtbank Rotterdam heeft in zaken zoals ECLI:NL:RBROT:2022:1234 geoordeeld dat registers geen automatische afwijzing van claims mogen rechtvaardigen zonder hoor en wederhoor, een principe dat lokaal vaak wordt aangehaald in Maasstad-procedures. De Wet Bibob ondersteunt risicosignalering bij criminele inmengingen in Rotterdamse claimcultuur. Gedupeerden hebben recht op vergetelheid na 5 jaar, tenzij verlengd om herhaalde fraude. Niet-naleving riskeert boetes tot 20 miljoen euro via de Rotterdamse Autoriteit Persoonsgegevens-inspecties. Lokale advocatenkantoren benadrukken deze regels om valkuilen te vermijden in letselschadezaken rond de Erasmusbrug of Waalhaven. Begrip hiervan is essentieel voor Rotterdammers in claims navigatie. (248 woorden)