In Rotterdam, dé logistieke hub van Nederland met de drukke haven en talloze bedrijven, is de transitievergoeding bij ontslag een cruciaal recht, maar er zijn belangrijke uitzonderingen. Volgens artikel 7:673 lid 7 BW hoeft een werkgever geen vergoeding te betalen bij ontslag wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, zoals diefstal in een magazijn of fraude bij een logistiek bedrijf. Bij faillissement of surseance van betaling – helaas niet zeldzaam in de volatiele Rotterdamse haven- en transportsector – wordt de transitievergoeding vaak via de UWV-kurator afgehandeld, maar niet altijd volledig doorbetaald.
Bij tijdelijke contracten die aflopen zonder opzegging, bijvoorbeeld bij seizoenswerk in de Rotterdamse Maasvlakte, heeft u geen recht op transitievergoeding. Voor werknemers ouder dan 50 jaar golden voor 2020 speciale regels, maar sindsdien geldt de standaardberekening overal, inclusief in Rotterdam. Bij reorganisaties, zoals recente herstructureringen bij grote havenbedrijven als Hutchison Ports of ECT, kan een collectieve regeling de individuele vergoeding vervangen, mits deze gelijkwaardig is en voldoet aan de Participatiewet.
Belangrijk voor Rotterdamse werknemers: bij ontslag op eigen initiatief, zoals opzegging tijdens ziekte, vervalt het recht volledig. Werkgevers kunnen de vergoeding verrekenen met een vaststellingsovereenkomst, maar alleen als dit expliciet is afgesproken in overleg met vakbonden zoals FNV Haven. In 2025 blijven deze uitzonderingen gelijk, maar controleer altijd de cao voor de Rotterdamse regio, die vaak aanvullende afspraken bevat over ontslagvergoedingen. Twijfelt u over uw situatie, bijvoorbeeld na een ontslag bij een lokaal bedrijf in de Waalhaven? Raadpleeg een Rotterdamse jurist via het Juridisch Loket Rotterdam of een gespecialiseerde arbeidsrechtadvocaat om uw positie te bepalen en te voorkomen dat u ten onrechte wordt benadeeld.