Terug naar Encyclopedie

Uitzonderingen op de hoofdregel in de Rome II-verordening bij letselschade in Rotterdam

Ontdek de uitzonderingen op de hoofdregel van Rome II voor letselschade in Rotterdam, zoals artikel 4(2) voor gezamenlijke woonplaats en flexibele banden onder 4(3). Essentieel voor incidenten met internationale partijen in de havenstad.

2 min leestijd

De Rome II-verordening biedt uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 4(1), waarbij normaal het recht van de plaats waar de schade optreedt geldt. Voor letselschade in Rotterdam, een bruisende havenstad met veel internationale verkeer, is artikel 4(2) van groot belang: als zowel dader als slachtoffer gewoonlijk in Rotterdam verblijven, geldt Nederlands recht van de woonplaats. Dit is cruciaal bij ongevallen op de drukke Erasmusbrug of A20, waar lokale slachtoffers beschermd worden tegen lagere buitenlandse vergoedingen.

Andere relevante uitzonderingen

Artikel 4(3) past toe bij manifest nauwere banden met een ander rechtsstelsel, bijvoorbeeld door familiebanden of gezamenlijk verblijf in de Rotterdamse regio. Voor productaansprakelijkheid, zoals bij defecte lading in de Maasvlakte, geldt artikel 5 met het recht van de plaats waar het product schade veroorzaakt.

Bij milieuschade rond de Rotterdamse haven (artikel 7) mag het slachtoffer kiezen tussen het recht van de schadeplaats of de gebeurtenislocatie. Artikel 14 maakt rechtskeuze mogelijk na het incident, schriftelijk en zonder nadeel voor derden.

Praktijkvoorbeeld: Een Rotterdamse havenarbeider op de fiets wordt aangereden door een Duitse vrachtwagenchauffeur op de Willemsbrug. Als beiden in Rotterdam wonen, geldt Nederlands recht met ruimere smartengeldnormen. Rotterdamse rechters, bekend met havenongevallen, wegen lokale feiten zwaar mee.

Deze regels voorkomen forum shopping en bieden voorspelbaarheid in de internationaal georiënteerde Rotterdamse praktijk, waar scheepvaart en logistiek dagelijkse risico's met zich meebrengen.