Uitzonderingen op de bijstand vermogensgrens in Rotterdam: Wat telt niet mee?

In Rotterdam tellen niet al uw bezittingen mee voor de bijstand vermogensgrens. De Wet werk en bijstand (WWB) kent vrijstellingen voor essentiële zaken, die de gemeente Rotterdam strikt toepast maar met oog voor lokale omstandigheden. In 2024 mag u in Rotterdam onbeperkt houden: uw eigen woning (tot WOZ-waarde, relevant voor wijken als Kralingen of Feijenoord), inboedel tot €12.000 per persoon, kleding, meubels en huishoudelijke apparaten. Een auto tot €3.600 waarde telt niet mee, maar werkzoekenden met vervoersbehoefte – denk aan forenzen naar de haven of Schiedam – mogen tot €11.500 behouden. Studiemiddelen en pensioenopbouw via lijfrente zijn vrijgesteld tot wettelijke limieten. Erfenissen of schenkingen moeten binnen 8 weken gemeld worden bij de Rotterdamse Dienst Werk en Inkomen (DWI), maar kadastraal waardevolle grond voor hobby's, zoals een volkstuin in Rotterdam-Zuid, kan vaak vrijgesteld worden. Artikel 41 WWB en het Bijstandsbesluit specificeren dit. Vakantiegeld of periodiek inkomen wordt als inkomen gezien, niet als vermogen. Rotterdam beoordeelt individueel: medisch noodzakelijke hulpmiddelen zoals een scootmobiel voor mobiliteit in de stad zijn doorgaans vrij, vooral bij ouderen in hoogbouwflats. Bewijs leveren via facturen of taxaties is cruciaal bij DWI-controles. Bij overschrijding stopt de uitkering; Rotterdam hanteert een 'vermogensonderzoek' aanvraag voor duidelijkheid. Neem contact op met het Rotterdamse Klant Contact Centrum voor persoonlijk advies. Deze uitzonderingen waarborgen dat bijstand in Rotterdam basisbehoeften veiligstelt, rekening houdend met stedelijke uitdagingen zoals hoge huren en werkverkeer, zonder alles te ontnemen.