Terug naar Encyclopedie

Strafrechtelijke vervolging bij verzekeringsfraude in Rotterdam

Oplichting (art. 326 Sr) straft verzekeringsfraude in Rotterdam met cel en boete. OM-transactie vaak; FIOD en havenpolitie cruciaal. Parallel civiel strafbaar. (22 woorden)

1 min leestijd
Verzekeringsfraude in Rotterdam valt onder art. 326 en 359 Wetboek van Strafrecht: oplichting en valsheid in geschrifte. Strafmaximum: vier jaar cel en €90.000 boete. Het OM in Rotterdam hanteert richtlijn 90% transactie bij kleine zaken, maar procedeert bij systematische fraude in de havenstad. Bewijsmiddelen: getuigen, forensisch onderzoek en data-uitwisseling via FIOD en regionale teams. Verzekeraars melden via het Landelijk Meldpunt Fraude Verzekeringen, met intensieve samenwerking met Rotterdamse politie. Slachtoffers van fraudeclaims, vaak lokale ondernemers, worden benadeelde partij met spreekrecht. Gerechtshof 's-Gravenhage, bevoegd voor Rotterdam, bevestigde in 2023 dat simulatie letsel bij arbeidsongevallen zwaar strafbaar is. Civielrechtelijke ne bis in idem geldt niet; parallelle procedures bij Rotterdamse rechtbank mogelijk. Herstel boete en schadevergoeding via WM3-regels. Preventie via educatie door Havenbedrijf Rotterdam en AI-detectie op logistieke fraude. Jaarlijks 1.500 meldingen in Rotterdamse regio, met €30 miljoen schade door importfraude. Verdachten hebben recht op advocaat en bewijsverzoek bij de Rotterdamse arrondissementsrechtbank. Internationale fraude via de haven raakt uitleveringsverdragen met Antwerpen. Dit regime ontmoedigt misbruik in de Rotterdamse economie effectief. (212 woorden)