Rechten en plichten na huurbeëindiging dringende reden in Rotterdam

Na een succesvolle huurbeëindiging op dringende reden in Rotterdam verschuiven rechten en plichten direct. De huurder moet de woning ontruimen en in oorspronkelijke staat achterlaten, conform artikel 7:229 BW. Openstaande huur, servicekosten en eventuele schade worden door de verhuurder gevorderd. Zelf ontruimen is verboden; een deurwaarder is verplicht, mede om huiselijk geweld of overlast in Rotterdamse wijken zoals Delfshaven of Feijenoord te voorkomen. Huurders hebben recht op terugbetaling van de waarborgsom minus aantoonbare schade. Bij ontruiming als hoofdverblijf geldt een uitstel van 4 weken. Geschillen over de eindafrekening kunnen naar de Huurcommissie Rotterdam of de kantonrechter bij de Rechtbank Rotterdam. Verhuurders melden leegstand verplicht bij de gemeente Rotterdam via het Woonbedrijf of de gemeentewebsite. Let op: huurbeëindiging heft geen lopende contracten op, zoals Rotterdamse serviceabonnementen voor onderhoud. In crisissituaties biedt de gemeente Rotterdam via het Wmo-loket of Sociaal Team noodopvang in azc's of tijdelijke shelters. Jurisprudentie zoals ECLI:NL:HR:2021:789 en lokale zaken bij Rechtbank Rotterdam benadrukken proportionaliteit; excessieve claims in de havenstad worden afgewezen. Rotterdamse huurders kunnen bijzondere bijstand aanvragen bij de gemeente of via SchuldHulpMaatje. Documenteer alles met foto's voor mogelijke incasso via CJIB of deurwaarder. Deze fase vereist zorgvuldige afwikkeling om nieuwe geschillen bij de Rotterdamse Huurcommissie te vermijden, vooral in drukke buurten als Charlois.