Rechten en plichten bij borgsom teruggave in Rotterdam

In Rotterdam hebben huurders bij de teruggave van de borgsom duidelijke rechten, terwijl verhuurders strikte verplichtingen hebben. De verhuurder moet de borgsom binnen één maand na het einde van de huurperiode terugbetalen, zoals bepaald in artikel 7:266 BW. Aftrekkingen zijn uitsluitend toegestaan voor bewezen schade, noodzakelijke schoonmaakkosten of openstaande rekeningen, altijd met onderbouwing via bewijsstukken zoals facturen. Huurders in Rotterdam hebben recht op wettelijke rente over de borgsom vanaf de dag van betaling tot de teruggave. Weigert de verhuurder? Stuur dan een ingebrekestelling en schakel zo nodig de kantonrechter in. Verhuurders mogen geen onredelijke kosten inhouden voor normale slijtage, zoals dof geworden verf in een Fenix-loft of versleten vloeren in een Kralingen-appartement door dagelijks gebruik. Huurders moeten de woning achterlaten in de staat van de opnamestaat, rekening houdend met Rotterdams vochtige klimaat dat soms extra onderhoud vereist. Bij particuliere verhuurders in wijken als Delfshaven of Charlois staat de borgsom vaak op een geblokkeerde rekening; woningcorporaties zoals Woonbron of Vestia gebruiken interne escrow-systemen. Voor geschillen in Rotterdam kunt u gratis terecht bij het Huurteam Rotterdam voor advies, de Huurcommissie of de kantonrechter in het Paleis van Justitie. Voorbeeld: inhouden van kosten voor 'vernieuwing van tapijt' in een Oude Westen-woning is onterecht als het tapijt ouder is dan 5 jaar. Documenteer alles met foto's, de digitale opnamestaat via het Rotterdamse Huurregister en getuigenverklaringen. Zo beschermt u zich tegen misverstanden in de bruisende havenstad. (278 woorden)