Proeftijd in tijdelijke arbeidsovereenkomsten in Rotterdam

In Rotterdam, de bruisende havenstad met een bloeiende flexmarkt voor uitzendkrachten en logistiek personeel, gelden strikte regels voor proeftijd in tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Voor contracten korter dan zes maanden maximaal één maand, en voor langere maximaal twee maanden, zoals vastgelegd in artikel 7:667a BW. Een overtreding maakt de proeftijd nietig met terugwerkende kracht. Dit speelt vaak bij seizoenswerk in de Rotterdamse haven of tijdelijke krachten bij bedrijven als ECT of APM Terminals. CAO's, zoals de Uitzend-CAO die veel gebruikt wordt in de regio Rijnmond, kunnen afwijkende regels hebben, maar nooit langer dan de wet voorschrijft. Een nietige proeftijd verhindert eenzijdig ontslag en triggert de ketenregeling: maximaal drie opeenvolgende contracten binnen twee jaar. Rotterdamse uitzendbureaus in wijken als IJsselmonde of de Merwe-Vierhavens maken hier regelmatig fouten, wat leidt tot claims bij de kantonrechter in Rotterdam. Neem een proeftijd in een tweewekelijkse opdracht voor havenarbeiders: altijd nietig. Werknemers behouden zo ontslagbescherming en senioriteitsopbouw. Advies aan Rotterdamse werkgevers: integreer proeftijd correct in de Uitzend-CAO en vermeld het expliciet in contracten voor personeel in de Maasvlakte. Werknemers: check bij indiensttreding bij bureaus rond de Erasmusbrug. Bij geschillen dien je een verzoek in bij de kantonrechter aan de Westersingel 67 in Rotterdam voor nietigverklaring. De Wet Werk en Zekerheid versterkt deze bescherming voor flexkrachten in de havenstad. Lokale vakbonden zoals FNV Havens bieden gratis advies voor Rotterdamse arbeidskrachten. (218 woorden)