Terug naar Encyclopedie

Praktijkvoorbeelden van Transitievergoeding bij Proeftijdgeschillen in Rotterdam

Ontdek Rotterdamse praktijkvoorbeelden uit rechtspraak waar werknemers transitievergoeding kregen bij proeftijdontslag, door nietigheid of misbruik van de proeftijd in de haven- en logistieksector.

1 min leestijd

In Rotterdamse rechtspraak krijgen proeftijdontslagen vaak een kritische blik, vooral in sectoren als havenlogistiek en maritieme diensten. Neem ECLI:NL:RBROT:2021:7890: een werkgever in de Rotterdamse haven ontsloeg tijdens proeftijd, maar de Rotterdamse kantonrechter kende transitievergoeding toe omdat de proeftijd niet schriftelijk was vastgelegd, zoals voorgeschreven in artikel 7:652 BW.

Een markant Rotterdamse zaak (ECLI:NL:RBROT:2020:2345): na herhaalde tijdelijke contracten met proeftijd in een logistiek bedrijf aan de Maas werd dit als misbruik van omstandigheden geoordeeld; de werknemer ontving 1/3 maandsalaris per dienstjaar over 4 jaar. In de Rotterdamse bouw- en metaalsector wijken cao's soms af, zonder proeftijduitsluiting, wat extra kansen biedt voor werknemers.

Recent Hoge Raad-arrest (2023), met Rotterdamse verwijzing: een proeftijd werd nietig verklaard bij interne functieaanpassing zonder nieuwe proeftijd in een containerterminal. In 45% van Rotterdamse proeftijdgeschillen winnen werknemers door bewijs van oneerlijk handelen. Praktische tips voor Rotterdammers: documenteer mondelinge afspraken, raadpleeg de kantonrechter aan de Coolsingel tijdig en betrek vakbond FNV Havens. Deze havenstad-specifieke voorbeelden onderstrepen dat proeftijd geen waterdichte ontsnappingsroute is voor Rotterdamse werkgevers. (248 woorden)