Onderhuur reguleren in Rotterdam: juridische valkuilen

In Rotterdam is onderhuur toegestaan als de hoofdhuurder expliciete toestemming verkrijgt van de verhuurder, behalve bij tijdelijke afwezigheid van maximaal twee jaar. Zonder deze toestemming dreigt ontbinding van het huurcontract, wat in de havenstad met haar strakke huurmarkt extra pijnlijk kan uitpakken. De onderhuurprijs mag nooit hoger liggen dan de hoofdhuur, tenzij schriftelijk anders afgesproken. Bij geschillen over schade of wanbetaling blijft de hoofdhuurder volledig aansprakelijk tegenover de verhuurder, zelfs in bruisende wijken als Delfshaven of Kralingen. Sluit altijd een schriftelijk onderhuurconvenant met heldere afspraken over duur, prijs, huisregels en verantwoordelijkheden voor onderhoud. In Rotterdam geldt de Wet goed verhuurderschap streng bij inkomstenverrekening, vooral bij grote vastgoedbeheerders. Verhuurders in de stad kunnen onderhuur verbieden als er gevaar is op leegstandmisbruik, zoals bij corporatiewoningen van Woonbron of Vestia. Voor kamerverhuur onder de Kamerverhuurregeling (maximaal 5 slaapkamers) hanteren Rotterdamse regels extra eisen, zoals registratie bij de gemeente voor studentenhuisvesting in wijken als Hillegeest. Betwistingen pak je aan via mediation bij het Juridisch Loket Rotterdam of de kantonrechter in de Rechtbank Rotterdam. Check altijd de kredietwaardigheid van de onderhuurder via het BKR-register, en overweeg pandrecht op inboedel voor extra zekerheid. Zo voorkom je juridische nachtmerries in de dynamische Rotterdamse huurmarkt en waarborg je stabiele huurinkomsten.