Huurbeëindiging door verhuurder in Rotterdam: Gronden en procedure

In Rotterdam kunnen verhuurders de huur opzeggen bij dringende redenen, zoals huurachterstand, overlast of ernstige wanprestatie (art. 7:271 BW). Eerst moet een opzegbrief met minimaal drie maanden opzegtermijn worden verstuurd. Huurders in Rotterdam hebben instemmingsrecht, maar bij weigering volgt een procedure bij de kantonrechter in Rotterdam. Specifieke gronden in de havenstad omvatten eigen gebruik door de verhuurder, grootschalige renovatie in wijken als Charlois of Feijenoord, of non-betaling. Bij goedkeuring eindigt de huur; bij weigering moet de verhuurder procederen. De huurder mag binnen twee maanden na opzegging reageren. De rechter toetst de redelijkheid via een belangenafweging, rekening houdend met de krappe woningmarkt in Rotterdam. Bij succesvolle opzegging voor eigen gebruik moet de verhuurder alternatieve huisvesting aanbieden, vaak via Woonbron of andere lokale corporaties. Praktijkvoorbeeld: bij verbouwingen in de deelgemeente Delfshaven verloor een verhuurder omdat geen omgevingsvergunning voorhanden was, zoals geoordeeld door de Rotterdamse kantonrechter. Gebruik modelbrieven van de Huurcommissie of de Rotterdamse Huurdersorganisatie. Huurders met laag inkomen in Rotterdam-Zuid krijgen vaak langere opzegtermijnen door gemeentelijke beschermingsregels. In de context van de Rotterdamse drukte op de huurmarkt beschermt dit proces tegen willekeur en biedt het huurders in de stad volop verweer. Raadpleeg altijd een lokale huurrecht specialist, zoals bij het Juridisch Loket Rotterdam, voor persoonlijk advies.