Gevolgen bij overschrijding aftoppingsgrens in Rotterdam

In Rotterdam heeft overschrijding van de aftoppingsgrens directe gevolgen voor huurders van sociale huurwoningen, vooral in wijken als Charlois, Feijenoord en Rotterdam-Zuid waar corporaties zoals Woonbron en Vestia dominant zijn. Eerst ontvangt u een brief van de corporatie met een inkomensopgave uit de Basisregistratie Personen (BRP). Binnen twee maanden moet u bewijzen dat uw inkomen onder de € 47.699 (2024-grens voor eenpersoonshuishouden) blijft. Lukt dat niet, dan volgt een voorstel voor huurverhoging tot vrijesectorniveau, vaak 30-50% hoger, wat in Rotterdamse corporatiewoningen neerkomt op huren van €900 tot €1.200 per maand. Na een jaar zonder oplossing kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen via de kantonrechter in Rotterdam (art. 7:271 BW). U krijgt maximaal twee jaar uitstel om te verhuizen, bijvoorbeeld naar een starterswoning in Prinsenland of een koopoptie via de Stimuleringsregeling Eigen Woningbezit. Tijdens deze periode bouwt u geen passief woningrecht op. Lokale praktijkvoorbeelden uit Rotterdam tonen dat 25% van de overschrijders binnen een jaar vertrekt naar duurdere huur in Kralingen of koop in Lombardijen. Bezwaar is mogelijk bij de Huurcommissie in Rotterdam als de corporatie niet voldoet aan de Huisvestingsverordening Rotterdam 2024. Voor kwetsbare groepen, zoals 65-plussers of statushouders, gelden uitzonderingen via de Hardheidsclausule of de Rotterdamse urgentieprocedure voor beschermd wonen. Voorkom escalatie door tijdig contact op te nemen met het Woonpunt Rotterdam of het Juridisch Loket in de stad, en alternatieven te zoeken zoals urgentie voor een sociale woning in IJsselmonde.