Wie draagt de bewijslast in Rotterdamse zaken?
In Rotterdamse letselprocedures bij kansenverdiscontering rust de primaire bewijslast op het slachtoffer (artikel 150 Rv), terwijl de rechter ambtshalve relevante feiten moet onderzoeken (artikel 6:98 BW). Verzekeraars, vaak betrokken bij Maasstad-incidenten zoals havenongelukken, moeten kwade kansen onderbouwen met deskundigenrapporten van lokale experts.
Het arrest HR 11 mei 2018 (ECLI:NL:HR:2018:807) preciseert dat alleen aannemelijke scenario's meetellen, geen speculatie. De Rechtbank Rotterdam benoemt frequent deskundigen in maritieme en industriële claims, met aandacht voor regionale arbeidspatronen.
Tips voor procespartijen in Rotterdam
Slachtoffers uit de Rotterdamse haven of industrie verzamelen gedetailleerde voorvalgegevens, medische dossiers en loopbaantrajecten; verzekeraars gebruiken probabilistische modellen afgestemd op lokale economie. Bezwaar tegen deskundigenrapporten kan via artikel 200 Rv bij de Rechtbank Rotterdam. Het Gerechtshof Den Haag, bevoegd voor Rotterdamse appeals, hakt bindende adviezen door, tenzij kennelijk onredelijk.
Deze aanpak minimaliseert trial-and-error en verhoogt voorspelbaarheid, cruciaal voor Rotterdamse letselzaken met hoge stakes in logistiek en scheepvaart.